Achterliggende gedachten
Wedstrijdschieten bestaat waarschijnlijk al zo lang als er wapens zijn waarmee geschoten kan worden. Maar wedstrijdschieten puur alleen om de sport wordt nog niet zo lang beoefend. Pas na de Tweede Wereldoorlog is het sportieve element in de schutterswereld gaan overheersen. Tot die tijd hinkte het wedstrijdschieten op twee gedachten: aan de ene kant was het schieten een sport, maar aan de andere kant werd er grote nadruk gelegd op de "weerbaarheidsgedachte". Wedstrijdschieten was goed om het volk te oefenen in het gebruik van wapens. Ondertussen verdween de vroegere weerbaarheidsgedachte vrijwel geheel. Het wedstrijdschieten werd een volwaardige en zelfs een Olympische sport. Met het benadrukken van het recreatieve en sportieve element steeg ook het ledental van de bij de BTLS aangesloten verenigingen tot de huidige (anno 1998) ca. 960 beoefenaren. Landelijk wordt het aantal schutters op 100.000 geschat.
Introductie van het luchtpistool
Zoals in naam van de bond is verwerkt (Luchtgeweerschutters) werd er in de eerste 25 jaar van haar bestaan uitsluitend met luchtgeweren of luchtbuksen geschoten. Nadat het Europees Kampioenschap in Enschede had plaats gevonden, toonden schutters ook meer interesse voor het luchtpistool, want deze discipline kon qua afstand op dezelfde schietbaan worden beoefend. Kort na dit kampioenschap werd dan ook besloten het luchtpistoolschieten aan het wedstrijdprogramma toe te voegen.
Wedstrijden en veiligheid
Door de BTLS werden in de loop der tijd een groot aantal wedstrijden georganiseerd, terwijl door de leden zo mogelijk aan een groot aantal wedstrijden werd deelgenomen. Het zou te ver voeren al deze wedstrijden hier uitgebreid te bespreken. De schietsport zou geen sport zijn, als er geen regels zouden bestaan. Als bij geen andere sport wordt de schutters op het hart gedrukt om zich aan die regels te houden: er wordt immers omgegaan met wapens. De veiligheid staat in deze tak van sport dan ook voorop. Gelukkig komen er in de schietsport weinig ongelukken voor. Aan de schietsport is, vergeleken met andere sporten, weinig risico verbonden. Tennisarmen, voetbalknieën, boksneuzen en bloemkooloren komen op de schietbaan niet voor. Nooit gaat er een sporter kreunend van pijn tegen de vlakte, nooit loopt iemand tegen een bodycheck op, nooit wordt een schutter aan zijn shirt getrokken. Al met al is sportschieten een uitermate vredelievende bezigheid... voor jong en oud.